Groetjes van Jessica en Gwendolin


maandag 15 december 2008

Chaing Mai! Of was het nou Rai?

Bangkok was geweldig als afwisseling na India, maar we wilden daar niet te lang blijven. Het was duur en het noorden van Thailand lonkte.

Going north
Na een korte vlucht van een uur kwamen we aan op wederom een mooi vliegveld in Thailand. Chaing Mai is dan ook 1 van de bekendere en populaire bestemmingen van Thailand. Jessica had al een hotel uitgezocht en met wat uitleg en een keertje bellen met het hotel, kon onze taxichauffeur het ook nog vinden. Het hotel was niet erg vol, maar zag er verder wel goed uit, dus legden we onze spullen op de kamer en gingen op zoek naar lunch. Die was ook snel gevonden, want om de hoek zat een klein parkje met allerlei eettentjes. Lekker Thais eten was nu iets wat we wel wilden.
Daarna toch maar eens de stad bekijken, er waren enkele interessante tempels en we konden gaan uitzoeken hoe we gemakkelijk de omgeving konden bekijken.
De tempels waren wel mooi en bij 1 van de tempels was de school net klaar en kwamen honderden kleine monnikjes in fel oranje gewaden naar buiten gestroomd. Onderweg naar de andere tempel kwamen we een leraar van de peuterschool tegen die ons in perfect Engels een hele beschrijving gaf van hoe we alle plekken het beste konden gaan zien, zonder hele bergen geld kwijt te zijn. Hoewel zijn tips goed waren, kwamen we hierdoor eigenlijk wel op een nog beter idee. We konden ook een scooter huren en zo snel overal komen en alles op ons eigen tempo bekijken.
Hoewel het toen niet meer ging om hier nog naar te kijken omdat het al te laat was, zouden we er de volgende dag naar informeren. Eerst zouden we vanavond de 'Nightbazaar' bekijken en ook wat eten zoeken, want in Thailand kun je echt overal op straat eten.
Dit bleek ook zo te zijn, overal waar je keek kon je wel iets van eten kopen, maar op de naast gelegen 'Asurnamarket' konden we genoeg halen en vooral zeedieren. We zatten zelfs naast een grote waterbak vol met verse garnalen!
Alles was natuurlijk heerlijk en de Nightmarket erg leuk om te zien. Veel kraampjes die van alles verkochten, maar ook dingen die echt leuk waren. Lampjes bijvoorbeeld, heel mooi en ook zeepjes met de hand uitgesneden in prachtige bloemen. Verder liepen er ook vrouwen in klederdracht met rare hoedjes met zilveren kettingen en een man met een olifant die je dan mocht voeren.
Hier waren we alledrie toch wel enigszins door verontwaardigd. Het dier kreeg suikerriet gevoerd en was nog vrij jong. Zo'n beest hoort niet in een grote stad en moet al helemaal niet een soort van schoothondje zijn die zoete hapjes krijgt. Helaas is het nog steeds zo dat veel mensen het geweldig vinden om zulke dingen in stand te houden.
Onderweg naar de 'Nightbazaar' viel trouwens ook nog een tempel wel erg op. Hier stonden namelijk allerlei beelden in de tuin. Giraffen, zebra's, honden en zelfs Donald Duck! Allemaal geschilderd en bij elkaar geplaatst in een klein tuintje voor een blinkende, gouden tempel. Het was best een apart gezicht.

Vroem... Vroem...
De volgende ochtend zouden we dus op zoek gaan naar een plek om scooters te huren, maar ons guesthouse boodt deze ook aan en voor dezelfde prjis als in de Lonely Planet, dus besloten we het maar met hun te regelen. Het enige nadeel (of voordeel, het is maar hoe je het bekijkt) was alleen wel dat de scooters eigenlijk officieel motors waren. Namelijk 115 cc met een topsnelheid van 100 km/u (wel een automaat). Jessica had nog nooit op een scooter gereden en voor Marcel was het alweer een tijdje geleden, dus na een wat onwenige start moesten ze natuurlijk wel even getest worden op snelheid. Al snel croste Marcel mij op een vrij stuk weg keihard voorbij en Jessica er als een speer achteraan. Daarna was het niet meer echt mogelijk en bleven we dus ook maar een beetje rustiger rijden, maar wel dus mooi 100 gereden.
We hadden de tip gekregen om naar een stuk weg te gaan waar veel toeristische atracties te zien zijn. Veel dingen spraken ons niet aan, zoals tijgers aaien, aapjes zien jongeleren of slangen bezweerders, maar een echte orchideeenkwekerij was wel leuk. Dus dat was onze eerste stop.
Prachtige bloemen in de meest bonte kleuren sierden rijen en rijen. Alle soorten, maten en geuren. Van heel klein en fel gekleurd tot enorme witte kelken.
Na een uurtje stapten we weer op de motor en reden we naar de volgende stop een waterval. Ook deze was mooi om te zien, maar wel een stuk verder rijden dan we hadden gedacht.
Opvallend was ook dat het overal heel erg rustig was. Bij de waterval was zelfs helemaal niemand! Daarna hebben we nog een waterval bekeken, maar toen begon het toch alweer later te worden en zijn we dus weer naar huis gereden.
De volgende ochtend hebben we de scooters nog wel gebruikt om een restaurantje voor ontbijt te vinden, maar toen moesten we toch wel weer verder.

Into the Jungle
We hadden een soort van trucktaxi weten te stoppen en voor een klein prijsje bracht hij ons naar het busstation. Hier bleek dat de volgende bus over 10 minuten zou vertrekken en we konden die nemen. Dus snel wat eten kopen en de bus in. Die was erg luxe. Ruime zitplaatsen, stoelen die naar achteren konden en een stewardes die water en koekjes rond deelde. Het leek wel een vliegtuig! De rit ging dan ook soepel en we waren al snel in Chiang Rai. Een guesthouse hier vinden viel echter niet mee, want alle plekken waren of vol, of waren vies. Uiteindelijk belden we met Marcel zijn thaise simkaart (heel slim een aanrader!) naar het guesthouse iets verder buiten de stad en daar hadden ze gelukkig wel plek. Het was een gezellige sfeer en de kamers waren schoon en zagen er netjes uit. Voor het eten gingen we echter toch maar weer de stad in en onderweg kwamen we een ontzettend gezellig markt tegen. We besloten na het eten daar te gaan kijken en om 8 uur liepen we dan ook naast de lokale bevolking te kijken naar kraampjes met kleding, lampen en eten. Een vrouwtje bakte zoete kroekoek op een kolenvuurtje en een man verkocht gefrituurde krekels! Dat moesten we even proeven en we kunnen zeggen, het is best lekker. Soort van chips. Daarna weer terug naar ons bedje.
De volgende ochtend moesten we beslissen wat we wilden gaan doen. Marcel had al gelezen over mooie trekkings en we waren erg aan het twijfelen of we dit niet zelf konden doen. Uiteindelijk ontmoeten we twee andere Nederlanders die ons wezen op een guesthouse in de bergen gelegen. Hun gingen hier ook naar toe. Het leek ons wel leuk, maar we wilden niet wachten op de pick-up service van het guesthouse om half vijf de volgende middag. Naar wat onderzoek besloten we dus zelf de boot te pakken en van daar uit te gaan lopen naar het guesthouse.
De volgende ochtend liepen we naar de boten toe. Dit was iets verder dan verwacht, zo'n 2 km, maar dat mocht de pret niet drukken. Met onze bagage in de smalle boot en al snel zoefden we over het water richting onze bestemming.
Een uur later werden we afgezet bij een park. Dit was de plek waar we moesten zijn. De hotsprings. Een warmwaterbron van 65 graden die stonk naar rotte eieren. Nu was het alleen een kwestie van de grote weg volgen tot een kruising en dan die weg weer volgen tot het guesthouse. Helaas maakten we gelijk al een fout. Een bordje met de naam van het guesthouse stond de andere kant op. Dus besloten we die te volgen. Na 2 km kwamen we in een dorpje en daar vertelden ze ons dat we terug moesten. We hadden wel een afslag gezien, dus dan hadden we daar zeker in gemoeten. We liepen terug en namen de afslag. Onderweg vroegen we mensen of we goed liepen en deze bevestigden dit. Na 2 km ontmoeten we echter een pick-up truck. Hier gebaarde de vrouw heftig. "Wrong way, Wrong way." We moesten weer terug! Gelukkig konden we in de pick-up meerijden, in de laadbak en dropten ze ons bij de kruising die we in eerste instantie hadden willen nemen.
Op het bord op de kruising stond 5 km, dus we gingen met goede moed op pad. Na 3 km en vele liters zweet kwam er opnieuw een witte pick-up onze kant op. Het bleek een politie auto en ze wilden ons wel de goede kant op brengen. Dus opnieuw klommen we in de laadbak en crosten we over de zandweggetjes richting ons guesthouse.
Noodlot was ons echter slecht gezint, (of de agenten) want 1 km voor we ons guesthouse bereikten reden ze een puppy dood van een meisje. Het schedeltje van het hondje was helemaal platgedrukt. Het was een afschuwelijk gezicht. Het meisje begon onbedaarlijk te huilen en pakte het diertje op. De agenten gebaarden dat we uit moesten stappen en wezen naar de volgende heuvel. " There, there." Daarna stapten ze weer in, zwaaiden en gingen er als een speer vandoor.
We zijn snel verder gelopen, want we wisten ook niet wat we konden doen en inderdaad, al snel zaggen we tegen een heuvel aangeplakt een heleboel houten huisjes. Na een enorm steile klim kwamen we aan bij de receptie. Alle kamers, behalve de single rooms, waren eigenlijk aparte hutjes, gemaakt van hout en bamboe of leem. Je had een bamboevlonder waar je kon zitten en een hele simpele douche en toilet. De single kamer was in een gebouwtje met meerdere van zulke kamers, maar ook van hout. En met de bamboevloer veerde het allemaal wel heel erg.
Het zag er verder wel heel leuk uit en we wilden nu eerst wat eten. Daarna moesten we gaan beslissen wat we wilden gaan doen, want nog een keer compleet verkeerd lopen in de jungle leek ons geen goed plan, maar goed, wat konden we dan wel doen?

Geen opmerkingen: