Groetjes van Jessica en Gwendolin


vrijdag 15 augustus 2008

Trip door de natuur van mongolie

We hadden het al voorspeld, al gezegd en medegedeeld. Meerdere malen zelfs, maar het leek er niet van te komen. En toch waren we plotsleing 7 dagen niet meer te bereiken. Gelukkig maar, want dan hadden we al dat moois moeten missen.


Dag 1:

Om half negen moesten we klaarstaan, dus dat betekende 7 uur mijn bed uit. Nu vond ik dat in Nederland altijd erg vervelend, maar vandaag was ik al 15 minuten eerder wakker. Met nieuwe energie sprong ik mijn bedje uit. Vandaag gingen we dan EINDELIJK mongolie ontdekken. Rugzak ophijsen en eerst naar het bureau lopen, waar we dan ook Jason en Tineke zouden ontmoeten. Onze nieuwe Nederlandse medereizigers waar we spontaan mee hadden besloten te gaan reizen. Eenmaal onderweg redden we over een matige asfaltweg. Eerst verlaat je de stad en al snel zie je alleen nog maar groene velden. En dan begint het lange rijden. Vandaag zouden we een boedisthische tempel bezoeken, maar we moesten eerst wel over een zandweg, hobbelen voor 2 uur voor we daar waren. Onderweg kwamen we allerelei andere auto’s tegen, waaronder ook een lexus die door het zand en de modder ploegde als een opa die de marathon liep. Dan waren we toch blij met onze russiche van.
De temple, was mooi, vooral door zijn niet gerestaureerde gedeeltes. Er waren grote beelden van godheden, een holle stuppa waar mensen onderdoor kropen, omdat ze dan geloven herboren te zijn en kleine monnik kindertjes die vrolijke spelletjes deden.
Na een uurtje rondstruinen, wilden we eigenlijk alleen nog maar eten en ontspannen. De tent opzetten naast de rivier en dan wachten op een lekker maaltje gekookt door onze schattige 21 jarige gids Inka. Aardappels, wortel en rijst. Met als toetje een cake. Prima, ons hoorde je niet klagen. Tijdens ons eten viel ons oog op onze buren. Mongoolse familiees, allebei met een geit voor hun avondeten. Nu hebben we wat nare verhalen gehoord over het doden van geiten in Mongolie, dus dat gaan we jullie maar niet vertellen, maar we houden eht er op dat er al snel rescueplannen warden gesmeed voor onze harige bruine vriend rechts van ons. Helaas, hoe versla je een familie van 20 met zijn 4en? De volgende ochtend hing hij dan ook keurig met de voetjes naar de hemel. Onze linkerbuurman was niet meer dan een velletje drogend in de zon.
Die avond gingen we al vroeg naar bed, want in Mongolie word het ook snel koud als de zon weg is. Jesscia had daar ook flink last van gedurende de nacht, ondanks een tweede slaapzak als bescherming.



Dag 2:

Wederom moesten we een flink stuk rijden over zandwegen voor we onze volgende bestemming zouden bereiken. Na de lunch ging het echter toch iets kriebelen. Reden we nog wel goed? Hoe weet je uberhaupt de weg tussen groene grasheuvels die allemaal op elkaar lijken. Na een korte stop om een plas met vogels en vee te bewonderen werd ons vermoeden ook bevestigd.
Onze bestuurder moest de weg vragen…
En ja, hij moest omkeren en toch een flink stuk terugrijden. Door een pas met veel bomen hobbelden in een nauwe valley tussen twee heuvels door richting weer een nieuwe slechtgeasfalteerde weg, die ook al snel weer ophield. Daar werd de weg nog verder gebouwd, maar behalve de ondergrond waren ze nog niet erg ver gekomen. Geen problem, de mongolen rijden er dan gewoon naast, dwars door het weiland. Na weer enkele uren, stopten we ergens midden in een weiland en vroeg de gids. “Is this a good campingspot?”
We waren moe en wilden de auto uit, dus behalve dat we iets dichter naar de bomen wilden, hadden we er niet te veel over te klagen.
Die bomen bleken later een vergissing, want binnen 5 minuten vielen de vliegen, muggen en zweefvliegen ons aan, of we honing bij ons hadden. Toen er dan ook uit kwam dat een vuur geen slecht idée zou zijn en dat Gwen nog nooit een vuurtje had gemaakt, was het snel beslist. We moesten hout sprokelen en zo dicht bij een bos vormde dat weinig problemen. Het vuur aanmaken, was echter een nieuw kunstje wat Gwen dan ook zelf moest leren. Eerst wat toiletpapier aansteken en daarbovenop een helleboel takjes gooien. Het leek een aardig idee, maar het werkte voor geen meter. Maar toen herinnerde ze zich weer een filmpje waar ze altijd had gezien dat takjes in piramidevorm warden gestapeld. Dat werkte direct, want de takjes stonden nog niet rechtop, of de vlam sloeg er in. Al snel hadden we een prachtig vuurtje en konden we ondanks de kou heerlijk buiten blijven zitten. Voordeel voor Tineke was dat ze nog even door kon lezen. Gebiologeerd door de avonturen van Jason Bourne (film bourne identity) hield ze de rest af en toe op de hoogte van zijn heldhaftigheden in een straaljager.
Na het sterrenkijken en genieten van het vuur en een warme hap, was het toch weer tijd om te slapen. Wederom, ijskoud en vochtig.
Dag 3:

De volgende dag begon niet echt geweldig. Hoewel de kou snel verdreven was, werd deze vervangen door miljoenen zweefvliegen die overal zatten. In onze binnentent, op ons brood, in je nek, in de auto. We werden er gek van, dus al snel kozen we voor de hobbelweg. Ditmaal volgende we een rivier naar het zuiden. Gewoon prachtige landschappen en veel wilde vogels trokken aan ons voorbij, Adelaars, kraanvogels, aalscholvers, sterntjes en zelfs gieren kregen we te zien. Helaas hebben wij geen geweldige fotos kunnen maken, maar als het goed is krijgen we er nog wel een paar later toegestuurd van Tineke en Jason. Dus mochten we deze nog ontvangen, dan laten we jullie dat uiteraard weten.
Na een geweldige koele, vliegvrije en mooi uitzicht lunchplek en nog meer hobbelwegen, kwamen we bij onze eindbestemming. Ogii Nuur. Een van de grotere meren ten noorden van Karkorum. Hier zouden we kamperen. We vonden een geweldige plek, maar helaas geen bomen. En aangezien Gwen de smaak te pakken had, gingen we toch nog maar even kijken of er iets viel te vinden.
Het enige wat we vonden was een handjevol hout, veel vliegjes en muggen (gek genoeg niets in ons kamp) en heel veel paarden en koeienpoep.
Aangezien poep ook prima brand (in de winter koken alle mongolen op deze brandstof) vulden we een plasticzak vanaf een berg die eerdere kampeerders hadden verzameld en na de zonsondergang, kon daar weer de fik in.
Ik wist niet dat stront zo goed kon branden, maar ik ben nu een gelovige. Niet ze fel en mooi als hout, maar een prima tweede plaats is toch wel verdiend.
Die avond werd ook de wodka open gebroken en werd er gedronken op een mooie dag. Terwijl de miljoenen sterren en melkstelsels boven ons twinkelde konden wij rustig slapen. Voor het eerst zonder het koud te hebben.

Dag 4:

Vandaag vertrekken we richting Karkorum (hoofstad mongoolse rijk ten tijde van Chingis Khaan).
We bezoeken de tempel, met een muur gemaakt uit alleen maar stupa's. Dit was vroeger een groot complex maar door de acties van Stalin zijn er net als in vele andere tempels in mongolie veel monnikken gesneuveld en er is veel verwoest.
Daarna zijn we naar turtle rock geweest waar je over Karkorum heen kan kijken. Wat een erg mooi uitzicht was. Daarna gingen we naar de schoonfamilie van de driver (nomadenfamillie).
Eerst even bij oma langs in de ger. Eerst werden ons koekjes aangeboden. Deze waren keihard en smaakte letterlijk naar kots! Serieus! Dus 1 hap en dan snel in onze broekzak wegstoppen.
Hierop werd de airag (paardenmelk) aangeboden. Dit was wel te drinken. Je kan het vergelijken met karnemelk met spa rood ongeveer.
We bedankten oma en gingen even relaxen en onze tenten opzetten. Het avondeten werd in het houten huisje naast de ger gedaan. Inka had gekookt dus het was erg lekker. Van de familie kregen we nog yoghurt. Dit was erg lekker als je er veel suiker bij deed! Ondertussen vroegen we ons af of wij nou de attractie waren, of de nomadenfamilie. We werden namelijk goed bekeken door de hele familie en opa vond het allemaal erg interresant.
Inka vertelde dat ze een wild paard wilde berijden zodat ze die tam kunnen krijgen.
We waren allebei benieuwd wat er zou gebeuren. Het zadel hadden ze al omgekregen.
Daarna ging 1 van de mannen erop zitten. Het paard probeerde de man eraf te gooien maar kon er gewoon op blijven zitten. We stonden allebei met open mond te kijken! (In Nederland doet men er een jaar over om het paard tam te krijgen). Na een kwartier was het paard helemaal uitgeput en kon de man het paard beter besturen. Dit was een hele beleving!
Hierop liepen we terug met de hele familie. Daarna voelde ik opeens een arm. Ik liep arm in arm met opa. Ik probeerde me nog enigzins weg te wurmen maar het was al te laat. Tot hilariteit van Gwen, Tineke en Jason. Ik moest hem maar owie noemen, opa in het nederlands en hij vertelde me dat 70 was. Terug in het huisje kregen we uiteraard Vodka. Het was niet te drinken maar ach...Jason stak daarna een sigaret op en gaf die aan opa en uiteraard moest Jason eraan geloven en aan de pijp van opa. Maar het viel allemaal mee, het scheen lichte tabak te zijn.
Opa wilde alles weten, maar het werd al laat dus gingen we naar onze tenten.
We werden achtervolgd door opa. Snel onze tent in dan kan hij ons niet vinden. Jason stuurde hem echter door naar onze tent dus wij lagen in een deuk! Hij kwam gezellig even kijken.

Dag 5:

Uiteraard weer veel rijden vandaag. Dit maal gingen we langs bij de Elsen Tasarkhai duinen.
Duinheuvels met af en toe een boom ertussen. Af en toe vroeg je, je echt af hoe deze bomen hier konden groeien met deze droogte.
'S-avonds zijn we naar een speciaal natuur park geweest waar ze de Takhi (Przewalski) paarden beschermen. Deze paarden komen van origine uit mongolie maar waren bijna uitgestorven.
Door een project vanuit Nederland leven hier nu rond de 100 paarden in het natuur park. Na een uurtje wachten en ons een beetje opfrissen bij het toilet vertrokken we met alle busjes het park in. Ze zijn namelijk maar op twee tijdstippen op de dag te zien. 'S-avonds rond 19.00 uur en 's morgens vroeg om 06.00 uur. Eenmaal aangekomen bij de plek, was het toch wel bijzonder om deze wilde paarden te zien. Je moest dan ook een afstand van 200 meter aanhouden.

Na deze beleving en nadat we gegeten hadden (we kregen nu zelfs sushi!!) gingen we op zoek naar een goede campingspot ergens in de duinen. Dit werd wel wat bemoeilijkt omdat het al aardig donker was maar met onze hoofdlampjes en met behulp van de bijna volle maan, ging dit perfect. Na een bekertje kersen van onze gids Inka deden we nog een wedstrijd: Wie kan de pitten het verste spugen? Winnaar is nog steeds onbekend aangezien het erg donker was.
De vodka werd nog even tevoren gehaald omdat dit de laatste avond was van onze trip.
Daarna kreeg iedereen nog een leuk kadootje van onze gids met een lief kaartje.
Daarna gingen we toch echt slapen.

Dag 6:

De laatste dag. 'S-nachts bleek een kudde koeien langs onze tent getrokken te zijn. Gwen had het wel gehoord, maar ik lag diep in dromenland. Terwijl de koeien toch niet echt stil waren en het bewijs was er. Een aantal koeienvlaaien en de scheerlijnen van onze tent waren los getrokken en de haringen waren nergens meer te vinden.
Even ontbijten en daarna nog even een groepsfoto maken en na kadootjes en fooi uitgedeeld te hebben waren we tot onze spijt weer onderweg naar Ulan Bataar.

De trip was erg goed bevallen voor iedereen, veel gelachen en mooie dingen gezien. Mongolie is dan ook een land om terug te komen met zulke uitgestrektheid waar bij je soms voor kilometers helemaal niks tegenkomt.

Geen opmerkingen: