Groetjes van Jessica en Gwendolin


vrijdag 1 augustus 2008

Ecotourismcamp Terelj dag 3

Wederom een koude nacht en ditmaal en beter begin van de dag. Een waterig zonnetje, maar nog steeds veel wind die het koud maakte. Na het ontbijt gingen we weer een stuk wandelen. We wilden graag uitvinden waar de grote rivier heen stroomde en gingen dus op pad naar het oosten om daar het bos in te steken.

Onderweg kwamen we 1 van de heilige bomen tegen. Behangen met gekleurde vlaggetjes. Dat is een gewoonte in mongolie, als iets oud is of om een andere reden heilig moet worden verklaard dan hangen ze er een helleboel (bij voorkeur blauwe) vlaggetjes aan. Als het om een specifieke plek gaat dan leggen ze er een grote stapel stenen neer, prikken een stok in het midden en behangen het dan met vlaggetjes. Dit noemen ze dan een Oovoo. De bedoeling is dat jij bij zo'n Oovoo drie keer met de klok mee er omheen loopt, maar goed, zoveel oovoo's zijn we nog steeds niet tegengekomen.
Maar goed wij gingen dus de bossen in en hoewel er eerst nog een een breed pad liep, hielt deze al snel op. De rivier stroomde voor ons en we wilden nog niet terug, dus volgende we een hertenpad die de stroming van de rivier volgde. Je moet je voorstellen dat hier geen paddestoelen of gekleurde paaltjes staan om je de weg te wijzen, dus het hertenpad was onze enige bewegwijzering samen met de waterige zon en mijn (Gwen) richtings gevoel. Hier kan ik natuurlijk gaan uitwijden over het ontbreken van dat gevoel bij Jessica, maar laat ik lief blijven en dit nou een keer overslaan.

Het pad was geweldig, want ondanks dat je moest bukken voor takken en af en toe moest zoeken naar waar het pad nu was gebleven hadden we prachtig uitzicht over de rivier de berg naast ons en de mooie bossen. Nog beter, het leek volkomen verlaten, of hier nooit geen mensen kwamen. Ik verwachte nog net niet eekhoorntjes te zien rennen en een hert wegschieten in de bossen.

Na een tijd lopen moesten we toch een keer terug en na wat orientatie liepen we weg van de rivier richting de vallei. Dit was wel een opgave want ons pad werd nu gekruist door een brede rivier die we niet gemakkelijk over konden, waardoor we een heel stuk terug moesten lopen voor we een geschikte oversteek hadden gevonden.
Toen we terug kwamen in het open veld riep Jessica. "YES! we survived!" duhhh...

Voor ons liep in de verte, uhm ik denk kraanvogels, maar mijn vogelkennis is nu ook niet zo uitgebreid dat ik er op wil wedden.
Terug in het kamp bleek Bert weer wedergekeerd. Dat was ook gelijk te horen, want in zijn luide mongools foeterde hij zijn personeel uit en riep tegen ns in het nederlands, " ze zijn waardeloos, luie honden." en nog meer, maar dat zal ik je besparen. Met Bert waren twee Zweden meegekomen, Karin en Johan. Ze waren voor 1 dag meegekomen en gingen daarna terug naar huis. Ook had hij Naszek meegenomen met drie paarden, want we wilden toch nog paardrijden?

Prima! na een snelle lunch stegen we op de kleine paarden. Paarden, want waag het niet het een pony te noemen, want dat is een zware belediging. Nu moet ik eerst wat uitleggen. Ten eerste is dit een arm land, dus dure zadels en tuig hebben ze niet. Het hoofdstel is gemaakt van touw met een normaal bit. Hieraan zitten de teugels en 1 ander enkel lang touw. De bedoeling is dat je met 1 hand rijdt en het enkele touw in de vrije hand houdt, deze gebruik je al aandrijving/zweep. Je benen hou je ontspannen, want aandrijven doe je met een 'chu', als in de nies hatsu, maar dan zonder de 'ha'. Het zadel is gemaakt van een paar houten planken met daaraan twee lange touwen die over de buik van het paard gaan. Over de houtenplanken zit een dun soort kussen met daarover een dun stukje leer. Het zadel is niet gemaakt op gemak, maar puur om te kunnen zitten.
Naszek onze gerimpelde begeleider reed net zo soepel als een 18 jarige puber en dreef met zijn paard ook regelmatig ons naar voren. Toen we de eerste rivieren over waren gestoken liet hij de paarden stevig doordraven. Dat is geen sukkeldraf zoals de nederlandse volbloed, maar echt zo snel dat je denkt dat het dier elk moment in galop springt. Ontspannen is hierbij het sleutelwoord, want dan voel je ook het minst het houten zadel.
Maar al snel vergeet je dat alles, we hadden om 3 uur gevraagd en zouden naar een uitkijkpost gaan. Wat we zagen was geweldig. Prachtige rotsformaties die uit de groene bergen omhoog staken, prachtige bossen waar we in hoog tempo doorheen draafde en hoge bergen. Ook werd het al veel warmer, niet alleen door het rijden, maar ook door de wind die ging liggen. Dus al snel konden we alle truien en vesten uittrekken.

Na 1,5 uur stopten we op een richel en Naszek wees naar de rotsen. We gingen klimmen.
De steile beklimming was na al onze hikes geen uitdaging meer. Naszel maakte ondertusse gebruik van de stop om ons biologie les te geven. Hij plukte bloemen noemde de mongoolse naam en vertelde vervolgens met zijn handen wat hun geneeskundige eigenschappen waren. Die bloem was goed voor de stoelgang, die paddenstoel was tegen bloedingen en een andere bloemetje was weer tegen... uhm.. Ik ben het alweer vergeten.

Boven was het uitzicht geweldig! Je kon de lege en ongeschonde vallei bekijken. Je gedachten konden alleen denken, zo moet het ooit eens op veel meer plekken in de wereld zijn geweest, prachtig en leeg.

De rust was welkom en na wat drinken en nog meer praat moesten we verder. Verder over de heuvels, bergkammen en door de bossen. Hoewel de beklimmingen steil waren voor de paarden en we op vlakke stukken stevig draafden lieten de paarden geen druppeltje zweet zien. De stevige klein paardjes liepen of ze nog 3 uur door konden lopen.
Als we wat rustiger liepen wilde Naszek meer van ons weten. Plots wees hij op zichzelf en zei "Mongol" en nog iets toen wees hij naar mij. "Holland" vervolgens wees hij weer op zichzelf en zei weer iets en begon te zingen. Ik vermoede het volkslied. Daarna wees hij weer op mij en zei weer " Holland." Oeps, nu moest ik dus het nederlands volkslied zingen, wist ik eigenlijk nog wel hoe het ging?

Gelukkig kwam het er allemaal goed uit, misschien een woordje fout, maar niet slecht en een groots applaus volgde. Naszek was tevreden en met een knik van zijn hoofd zette hij zijn paard weer in draf.

Terug in het kamp, waren we gesloopt. Alles deed zeer, we konden niet meer lopen en we vermoede dat we beide morgen vreselijk veel spierpijn zouden hebben. Tot mijn grote schrik merkte ik een brandend gevoel op mijn voorhoofd.
"Jess, is mijn gezicht rood?"
Jessica keek verbaasd op en begon te lachen. "Je bent knalrood!"

Verdorie! Doordat ik een hoofddoekje had gedragen was mijn gezicht de hele tijd aan de zon blootgesteld en was ik gloeiend verbrand. Ik kon niet eens mijn gezicht aanraken zonder ineen te krimpen van de pijn. Na met pijn en moeite de after sun te hebben aangebracht voelde het of iemand een nieuwe dimensie aan pijnlijkheid had aangebracht.

Die avond hadden we wederom biefstuk met aardappels en na gezelige gesprekken met Johan en Karin sloegen we aan het 31e (kaarten). Toen de kou terugkeerden vervolgde we het spel in onze ger met een vers aangestoken kachel.
Het was gezellig en voor we het wisten was het al weer tijd om te gaan slapen. Tofu had onze tent weer gevonden en lag al weer onder het bed.
De wind was gaan liggen dus misschien was het vanacht iets minder koud.

Morgen dag 4 en de laatste dag van Terelj.

Geen opmerkingen: