Groetjes van Jessica en Gwendolin


vrijdag 7 november 2008

Bye, Bye, Kathmandu

Het is er dan toch van gekomen. Onze laatste week in Nepal. Gek we zijn hier nu al weer bijna 2 maanden en toch hebben we nog lang niet ales gezien. Natuurlijk gingen we nog wel naar het oosten van Nepal om Dharan te bekijken. De plek waar Marcel zo lang heeft gewerkt als vrijwilliger.

Welkom in Dharan
Na uitgebreid afscheid te hebben genomen van onze nieuwe vrienden, Hari en Bishnu en een laatste woord en afspraak over tickets van Delhi naar Bangkok, stapten we op het vliegtuig richting Biratnagar. Hoewel, alles ging natuurlijk op zijn Nepalees en dat houdt in dat we 2 minuten voor het vliegtuig vertrok in een bus werden geladen, onderweg nog een verdwwalde passagier weer naar buiten moest en we 10 minuten later opstegen met het modernste propelorvliegtuig van Nepal. Cola en water werd gegeven en 45 minuten later lande we samen met onze 25 andere Nepalese passagiers en stonden we daadwerkelijk nu in het echte Nepal. Geen blanken en geen Engels. Toch wel fijn dat iemand dan de weg wees (Marcel) en dat er een lift voor ons klaar stond. Een minibu croste als een dronkenman over de weg, langs fietsers, vrachtwagens inhalend en luid tutterend naar alles en iedereen die in de weg liep (geiten, kippen, fietsers, ander verkeer) We werden bij het huis van Ettiene afgezet, want dat mochten we deze week gebruiken. Jess en ik waren dolblij! Een eigen woonkamer! Gaaf! WAUW en zelfs een fornuisje!!! We konden ons eigen prakkie maken (als we dat wilden). We gingen dan ook eerst boodschappen doen (Pasta aten we die avond), dan konden we gelijk een stuk van Dharan bekijken. Verder wilden we ook nog allebei een jurkje laten maken en een mooi sierraad voor onze parel die we nog in China hadden gehad. Eerst het jurkje en na wat onbegrip van beide zeiden wat we nu wilden (ze dachten dat we alleen stof wilden kopen) werdt dan toch onze maat opgemeten en verteld dat we volgende week zaterdag terug konden komen.

Wat? eten
Marcel was de volgende dag nog steeds erg aan het hoesten, maar wilde toch graag ons wat dingen laten zien, dus gingen we na een lekker ontbijt van brood, pindakaas en kaas (Uit Ilam, en het smaakt prima) Een stukje wandelen om daarna het kindertehuis te bezoeken waar Marcel voor heeft gewerkt 2 jaar geleden. Hier ontmoeten we gelijk Sansar, de manager van het hele gebeuren. Na wat bijkletsen van Marcel zijn kant nodigden we hem uit om een hapje met ons te eten in het lokale Newari restaurant. Sansar is namelijk zelf Newari en het was leuk om met deze aardige man wat verder kennis te maken. Dat wilde hij wel en we zouden maandagavond afspreken. Toen we ook nog navraag deden aangaande een juwelier wist hij ook nog een plek en hij liet ons die gelijk maar zien. Onderweg liepen we nog over een markt en toen werd gelijk duidelijk dat hij ook nog veel van eten wist. Dat kon interessant worden. De smid was er helaas niet daar moesten we dinsdagochtend voor terug komen.
De volgende dag as Marcel nog zieker dan ervoor en dus deden we rustig aan. Lekker lui in de zon met een boek, op het dakterras, dat hadden we een tijd niet gedaan. Die avond moest er natuurlijk wel gegeten gaan worden en om 7 uur zatten we aan een lage tafel en wachtte we af wat er ging komen. Van Ettiene hadden we gehoord dat de tong (nee, niet de vis, maar dat stuk vlees in de mond van een koe) erg lekker was, dus dat moesten we proeven en verder lieten we ons verrasen. Uiteindelijk hebben we van alles gegeten, bijna geen 1 ding wat we ooit eerder hadden gegeten. Het meest bijzonder van deverschillende gerechtjes was waarschijnlijk wel de buffalotong en de kippenhart, -nier en -long en allemaal heerlijk.
Na het eten nam Sansar ons nog mee naar een lokaal festival. Ze hadden een heuze kermis (een mini achtbaan en twee reuzenraden die iets sneller gingen dan normaal) en bijna 2000 man was op dat moment bezig met een Bingo. Verder waren er veel kleine standjes waar mensen op allerlei manieren konden gokken. Gezellige boel dus.

Een juweeltje
Dinsdagochtend was het toch op tijd opstaan want we gingen nog een hoop doen. Eerst moesten we naar de juwelier, gelukkig begrepen ze daar onze eigen designs snel en konden we daarna door naar het kindertehuis. Marcel had in naam van een vriendin Laurien een DVD speler voor hun gekocht. DVD's hadden ze al, maar de speler ontbrak en dat was toch een beetje zuur. De kinderen waren helemaal blij, maar daarna wilde Marcel toch graag naar huis. Hij was nu toch echt ziek, holtes verstopt, keelpijn en veel hoesten. Sansar had nog een apotheker aangeraden waar we medicijnen konden halen, want zo gaat dat hier, niets geen dokter, alles haal je direct om de hoek.
Marcel heeft de rest van de middag geslapen en omdat hij wel wilde dat we wat rond gingen kijken wees hij ons een goed paden waar we konden wandelen. We hebben 1,5 uur gewandeld en een kleine heuvel beklomen, flink steil maar goed te doen. Daarna was het eigenlijk wel tijd voor avondeten. Eerst een matig koude douche (warm water hebben ze hier niet) en toen naar de Tempu (brommer op drie wielen met een laadbak voor passagiers).
Maar verder dan de eerste straat kwamen we eerst niet, want honderden Nepalezen dromden door de straten. Wat was dit? En toen wisten we het weer. Sansar had ons verteld dat vanavond en de volgende ochtend vrouwen offerings aan de zon zouden maken en dat bij water moesten doen, het liefste een rivier. En ja, Samen met vrouwen en kinderen gingen ook grote manden vol met beschilderde bananen, kokosnoten, appels en nog veeel meer ander voedsel. We besloten de aanbidders te volgen en al snel zagen we de pracht van alles. Honderden vrouwen in prachtig gekleurde Sari's stonden in het ondiepe water, soms tot aan hun knieen met schalen eten in hun handen. Hier omheen stonden vaak de mannen en kinderen als toeschouwer, maar ook liepen er andere mensen door het water om water over de offerings te sprenkelen. Ondertussen werd er heftig gebeden en vuurwerk (voornamelijk rotjes) afgestoken. Terwijl wij als enige blanken tussen het publiek liepen, werden we uiteraard van alle kanten bestookt met nieuwsgierige blikken en korte vragen. Kinderen wilden op de foto, met of zonder ons, en de ouderen wilden weten wie we waren en wat we er van vonden. Na een kort uurtje gingen we weer weg. De zon was bijna onder en we hadden honger.

Ik moet hier trouwens nog bij vermelden van Jessica dat ze het gevoel had dat ze met twee roggelende chinezen op stap was. Zowel Marcel als ik haddne nog een hoestje en wat slijm in onze keel dus regelmatig moest dit even verwijderd worden. De opmerking dat we al helemaal aan het inburgeren waren, is meerdere malen gevallen.

Geen opmerkingen: