De reis in de trein was voorspoedig verlopen, op 2 uur vertraging na, maar goed, dat is bijna niet noemenswaardig hier in India en we waren in Varanasi.(Kleine cultuur les) Varanasi Heeft twee belangrijke toeristische kenmerken, de ganges met zijn Ghats (soort van pier) en de crematies. Varanasi wordt ook wel stad van de doden genoemd, want hindu India maakt namelijk een pelgrimstocht naar Varanasi voor maar 1 ding en dat is om daar te sterven. Men gelooft dat als je namelijk in Varanasi sterft, je naar het Nirvana zal gaan en zo uit de reincarnatie cirkel stapt. Veel wandelende doden hebben we echter niet gezien, maar wel weer een hoop andere dingen.
Chaos
Uiteindelijk kwamen we om 1 uur in Varanasi aan, natuurlijk moesten we een autorickshaw bemachtigen, maar gelukkig zijn die hier pre-paid, dus geen gedoe met de prijzen. Het hotel hadden we als gebruikelijk nog niet geregeld en de chauffeur wist nog wel een adres. We wisten dat het hem comissie zou opleveren, maar we vonden het eigenlijk wel prima, we konden altijd nog 'nee' zeggen. Gelijk werden we ondergedompeld in bij elke toerist het meest herkenbare van India, de verkeerschaos. Ongeloofelijk! We waren nog niet weg of we reden al een auto aan, maar er werd gewoon doorgereden. De man croste als een dolle langs fietsers en riksja's. Met 80 km stond hij volop zijn remmen voor een koe, agenten sprongen in en uit voor een korte lift, geiten blokkeerden soms de weg, 20% reed spook omdat hun weghelft vast stond en als klap op de vuurpijl reden we plots in een klein straatje, want zo kon hij het drukke verkeer ontwijkenen. Ondertussen sprongen de voetgangers verschrikt weg.Gelukkig waren we al wat gewend en konden we er om lachen. Bij het hotel was alles prima in orde. Het zag er mooi en schoon uit, had een warme douche en een prima bed. We betaalden hetzelfde als we in Calcutta hadden gedaan, dus we wilden niet klagen. Na een kop thee met de manager en praat over wat hij allemaal ons kon verkopen, werden we begeleid door een jongen. Volgens de manager: We wilden namelijk toch niet verdwalen in de nauwe straatjes?
Verdwalen? Ik moest er om lachen, dat is juist leuk! Maar goed we hoefden hem niets te betalen en hij kon ons wat rondgidsen. Ok, prima.
De jongen sprak redelijk Engels en hij liet ons 1 van de verbrandingsplekken zien, hij kon best veel vertellen en daarna mochten we kijken bij de wevers die zijde aan het weven waren. Ik mocht zelfs nog proberen om een stukje te borduren in de zijde stof. De jongen deed het zeker 10x voor, maar het lukte me gewoon niet.
Daarna kwam de aap uit de mouw, we werden in een zijde winkel gedropt en de man begon druk al zijn producten uit te spreiden, want zijn arme werkers moesten ook betaald worden. Uiteindelijk zijn we na meerdere malen vriendelijk uitleggen dat we niets konden en wilden kopen opgestaan en de winkel uitgelopen. Beetje jammer. Na het avondeten was het op tijd slapen, want door de treinreis waren we toch wel moe.
Oost Indisch doof
Na ons ontbijt zijn we opnieuw naar de ghats gelopen, ditmaal alleen en het was helemaal niet moeilijk. We volgden de rivier over de ghats en keken ondertussen onze ogen uit naar de honderden mensen die hier bezig waren. Er werd muziek gemaakt, vele mensen waren zich aan het wassen, rituelen werden uitgevoerd, de was werd gedaan en volop sociaal gebabbeld met andere bezoekers. Ondertussen moesten we allerlei aasgieren van ons afhouden.Indiers die ons een boot wilden aansmeren, een gesprek wilden aanknopen om ons mee te lokken naar een winkel, nageroep en gefluit met ' honey' en 'baby'en kinderen die ons kleine drijvende kaarsjes voor op de ganges wilden verkopen. In eerste instantie begonnen we met een keurige ' No thank you', maar vaak luisterden ze hier niet naar en bleven ons achtervolgen en hoe meer we in het centrum kwamen, hoe meer gieren zich om ons heen verzamelden. Uiteindelijk besloten we maar tot een ultieme zwijgactie oftewel ' Oost indisch doof' (of heet dat hier gewoon doof?). No response, hoewel ik nog wel moest glimlachen toen 1 van de riksja rijders mij een helikopter wilde aanbieden.Na de Ghats liepen we naar de kruising om een tempu naar het station te pakken, vanaf daar konden we de bus naar Sarnath nemen. Dit bleek een bus uit het jaar nul, waar het paardenhaar uit de banken stak en de buitenkant zo verroest dat het een wonder was dat hij niet uit elkaar is gevallen.

Bootjesdag
Boten zijn er volop in Varanasi, gebruikt voor de visserij, toeristen of transport. Vooral de toeristenbootjes willen je graag vervoeren soms vragen ze wel 5 of 6 euro voor een uur. Dat lijkt niet veel, maar het is een fortuin in India. Maar we hadden besloten, we moesten zonsopgang bekijken vanaf de rivier. Het hoorde er gewoon bij.
Voor die dag hadden we besloten naar het fort te gaan. Hiervoor moesten we rivier oversteken, maar er zou een brug moeten zijn. Na een stukje lopen langs de zuidelijke ghast stapten we uiteindelijk, naar wederom een rupie gevecht, op een riksja naar de brug. Hier werd echter geschreeuwd dat de brug niet open was. Er hing inderdaad een touw voor, maar na zoveel indische trucjes wilden we het toch zelf zien. Hij leek af, dus gingen we op pad. Uiteindelijk bleek dat ze nog 20 meter moesten bouwen en moesten we terugkeren naar het begin. Toch dan maar weer een boot? Gelukkig zaggen we de ferry, vol met Indiers en fietsen. Die zou goedkoop moeten zijn. De bootman drufde echter wederom 8x der normale prijs te vragen. 40 rupie per persoon! Kwaad worden heeft geen zin, dus ging ik maar WEER de strijd aan. Koppig bleef ik volhouden dat we 10 zouden betalen en na 5 minuten gaf de man eindelijk toe en konden we vertrekken.
Het museum in het fort was uiteindelijk heel apart. Vol met oude wapens die je zo kan pakken, palaquinsen, schilderijen en vooral heel veel stof! De meeste voorwerpen had ik nog nooit echt gezien en dat maakte het toch een aparte ervaring.De boot terug deelden we met 2 andere toeristen en we lieten ons voor 100 rupie rechtstreeks naar de ghats varen, dat scheelde weer een hele tocht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten